Thoracale interlaminaire epidurale
Bij een epidurale infiltratie wordt een mengsel toegediend van cortisonekristallen opgelost in een kortwerkend lokaal verdovingsmiddel. Dit mengsel wordt via een naald toegediend in de epidurale ruimte ter hoogte van de borstkas (thoracaal).
Een epidurale infiltratie vermindert de irritatie, ontsteking en zwelling van de zenuwen in de epidurale ruimte. Hierdoor vermindert de pijnintensiteit en de spierspanning waardoor u terug normaal kan bewegen.
Voor een maximale pijnvermindering worden interlaminaire epidurale infiltraties uitgevoerd in een reeks van drie, met tussen de infiltraties bij voorkeur een pauze van 7 tot 10 dagen.
Aangezien het effect van het mengsel van de toegediende cortisonekristallen enige tijd (tot meer dan een week) op zich kan laten wachten, is het mogelijk dat u van de eerste infiltratie weinig (tot géén) effect ondervindt. Dit is dus niet abnormaal; het betekent niet dat het afwerken van de reeks infiltraties zinloos is.